Wil je de overstap maken met je hond naar verse voeding? Maar weet je nog niet hoe je moet beginnen? Waar moet je op letten, welke problemen kunnen ontstaan en hoe krijg je je hond zo ver om verse voeding te eten?
Reactie van het lichaam
Om te beginnen is het goed om je te realiseren dat honden van nature vleeseters zijn. Maar als ze altijd brokken hebben gegeten, hebben ze zwakke(re) darmen. Brokken zijn heel ander voedsel dan verse voeding. Vers verteert anders, bevat goede bacteriën, enzymen etc. en daar moet het lichaam van je hond aan wennen. Het is dus ook niet vreemd als je hond in het begin wat diarree gaat of slechte ontlasting krijgt. Dit geldt niet voor alle honden, maar is wel iets om rekening mee te houden.
Als je een oudere hond hebt met gevoelige darmen, kun je beter wat rustiger overschakelen van brokken naar verse voeding. Verderop in dit artikel vind je hier meer informatie over.
Individuele benadering
Elke hond is anders en elk individu reageert dus anders op voerveranderingen. Niet alleen het individu is een factor waar rekening mee gehouden moet worden, maar ook de leeftijd en conditie van de hond, hoe lang zit je hond op brokken, welke brokken krijgt hij te eten, zijn er medische problemen etc. Sommige honden kunnen van de ene op andere dag op verse voeding gezet worden. Andere honden hebben daar meer moeite mee en daarbij moet rustiger aan gedaan worden. Sommige honden moeten ook wennen aan de smaak en textuur. Ze zijn de verse voeding niet gewend en kunnen daardoor soms wat onwennig reageren. Bij honden zie je dat niet zo vaak, maar katten en fretten die voornamelijk brok te eten hebben gehad, kunnen echt even van slag zijn. Dan kan als optie eerst omgeschakeld worden naar natvoer (blikvoeding) en van daaruit verder opbouwen naar verse voeding. Er zullen ook honden zijn, met name bij de katten en fretten, die niet kunnen wennen aan verse voeding en die het uiteindelijk nooit zullen eten.
Ontgiftingsverschijnselen
Bij het overschakelen naar verse voeding, kunnen ontgiftingsverschijnselen ontstaan. Als een hond langere tijd voedsel van lagere kwaliteit gehad heeft, kan dit leiden tot het opstapelen van afvalstoffen in de bindweefsels. Ook kan de leverfunctionaliteit hierdoor veranderen. Bij de overstap naar rauwe voeding komen de afvalstoffen vrij en wordt de leverfunctie verbeterd. Hierbij zie je soms tijdelijk dunnere ontlasting, een (mond)geur of meer haarverlies. Deze verschijnselen vinden niet allemaal of in dezelfde mate plaats. Dit verschilt ook weer per hond.
Tips bij het overschakelen naar verse voeding
- Beginnen met KVV (Compleet Vers Voer) is het makkelijkst. Dat lijkt het meest op het vertrouwde blikvoer dat veel dieren al krijgen. KVV is een gemalen, verse voeding en te verkrijgen in veel smaken en diverse merken.
- Probeer eerst uit hoe je hond reageert op verse voeding. Eet hij het direct en vinden er geen ontgiftingsverschijnselen plaats? Dan kun je in één keer overschakelen. Bij honden met een gevoelige maag kun je het wel beter rustig aandoen.
- Doe kokend water over de verse voeding. Hierdoor haal je het ergste rauwe eraf en komt de geur goed vrij. Dit kan helpen bij de acceptatie van verse voeding. Ook helpt het de vertering te vergemakkelijken.
- Meng de verse voeding met het voer wat al gegeven wordt. Roer er eerst heel weinig doorheen en iedere dag wat meer. Elke dag ook een beetje minder van het oude voer, tot je hond volledig vers eet. Meng de verse voeding bij voorkeur door het blikvoer en niet door de brokken. Dan is het verschil minder groot en het mengt makkelijker.
- Geef de voeding op kamertemperatuur. Dat is lekkerder en zullen ze makkelijker accepteren.
- Denk bij het overstappen goed na over de hoeveelheden. Bij KVV vind je de voerinstructies op de verpakking. Maar voer ook met je ogen: kijk hoe je hond reageert op zijn nieuwe voedsel. Als je hond te dik wordt, voer je minder. Valt je hond af? Dan voer je meer. Hou ook rekening met jaargetijden, hormonale schommelingen en dagbesteding. Ga je actief aan de slag met je hond? Dan heeft hij meer voeding nodig. Fretten en katten hebben in het voorjaar en zomer ook minder voedsel nodig dan in de winter. Dus als ze niet alles willen opeten, betekent dat niet altijd dat er iets mis is met de voeding, maar met de hoeveelheid die geboden wordt.
Ondersteunen van het omschakelen
Je kan het omschakelingsproces ondersteunen door probiotica toe te dienen. Dit zijn goede bacteriën die de darmflora versterken. Doe de probiotica niet direct bij het voer als je er net gekookt water overheen gedaan hebt, want dan doodt het gelijk deze goede bacteriën.
Na de overstap
Wanneer je overstapt op verse voeding, ga dan niet te snel aan de slag met het samenstellen van maaltijden. Dus niet direct groentepuree, kippennekken of andere extraatjes. Laat je hond eerst wennen aan de verse voeding in de vorm van KVV en wissel nog niet teveel af. Dan kan het lichaam van je hond eraan wennen. Als het zover is, kun je wel aan de slag met het samenstellen van menu’s en verschillende soorten vlees of vis uitproberen. Maar bouw het wel rustig op. Belangrijke pijlers om te bepalen of het goed gaat, is de ontlasting, wel/niet winderigheid, rommelen van de maag en al dan niet overgeven.
Tips voor honden met een gevoelige spijsvertering
Bij honden met een gevoelig spijsverteringssysteem kun je het beter langzaam aanpakken. Bijvoorbeeld zo:
- Dag 1 en 2: je geeft eerst driekwart brokken/blikvoer en één kwart verse voeding. Het verse vlees overgiet je met gekookt water.
- Dag 3 en 4: na twee dagen voer je de helft brokken/blikvoer en de helft verse voeding. Je overgiet nu ook weer het verse voer met gekookt water.
- Dag 5 en 6: na twee dagen geef je één kwart brokken/blikvoer en driekwart verse voeding, ook nu weer overgoten met gekookt water.
- Dag 7: vanaf nu kun je alleen vers voeren en bouw je langzaam het gekookte water af. Elke dag geef je wat minder gekookt water erbij, totdat je echt verse voeding voert.