Geplaatst op Geef een reactie

Koolhydraten in hondenvoeding

Over voeding voor honden is veel discussie, een van de redenen daarvoor is het gebrek aan onderzoek door onpartijdige. Zo goed als alle onderzoeken over de voeding voor honden wordt gedaan door de producenten van brokken. Deze zijn niet echt onpartijdig en hun onderzoeken hebben niet als doel wat het gezondste is voor de hond, maar eerder hoe kunnen we zo efficiënt mogelijk een product produceren dat mensen kopen voor hun hond…

Er zijn echter dingen die we wel weten over de hond, namelijk dat het een carnivoor is. Dit wil zeggen dat zijn lichaam is ingesteld dierlijke materialen (prooidieren dus) te verteren. We kunnen dit zien aan zijn gebit, maag- en darmstelsel en de daar aanwezige enzymen en bacteriën die instaan voor het verteringsproces.

Ook weten we dat een hond geen wolf is, een hond heeft evenveel gemeen met een wolf als wij mensen met een chimpansee. Redelijk veel, maar toch heel anders dus.

Een van die verschillen is de capaciteit om koolhydraten te verteren. Een wolf kan namelijk helemaal geen koolhydraten afbreken, uit onderzoek is gebleken dat een groot percentage honden dit wel kan (dus niet alle honden).

Maar dit wil niet zeggen dat honden hier nood aan hebben. En ook niet dat een hond echt iets nuttig kan doen met die koolhydraten. De reden voor deze evolutie, lijkt mij vanzelfsprekend, wij mensen eten dit ontzettend veel! Hierdoor hebben honden zich moeten aanpassen omdat ze dicht bij ons leven. Er is echter nog wel een verschil bij de opname van koolhydraten tussen mens en hond. De enzymen en bacteriën van (sommige) honden kunnen koolhydraten afbreken naar glucose in plaats van naar bruikbaar vet, wat bij herbivoren (planteneters) wel het geval is. De enzymen en bacteriën van een hond zijn dus niet in staat om de koolhydraten om te zetten naar vetzuren wat kan worden gebruikt als energie.

Glucose zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel van de hond stijgt, de pancreas van de hond gaat hierop reageren door extra enzymen en insuline af te geven. Een hoge hoeveelheid aan glucose gaat de pancreas dus gaan belasten. De insuline gaat de glucose uit het bloed halen en in de cellen duwen, hierdoor worden de cellen verplicht hun energie te halen uit glucose ipv vet. Wanneer de pancreas overbelast geraakt komen de koolhydraten onverteerd in de darmen terecht wat een mogelijke oorzaak kan zijn voor darmproblemen, allergieën en intoleranties. Bij een stijging van de bloedsuikerspiegel, komt er steeds een daling. Dit heeft als gevolg dat de hond een sterk hongergevoel krijgt, en een hongerige hond is in het algemeen geen rustige hond.

Hieruit kunnen we dus concluderen dat koolhydraten bij honden best vermeden wordt, of de hoeveelheid zo laag mogelijk te houden om het lichaam niet te overbelasten.

Daartegenover staat dat veel commerciële voeding een hoge hoeveelheid koolhydraten bevat. Koolhydraten zijn een ruim begrip, hieronder vallen suikers, zetmeel en plantaardige vezels. Van deze groepen zien we vooral zetmeel terug komen in de commerciële voeding. Je kan namelijk geen koeken bakken zonder enige vorm van zetmeel. Denk maar even na, hoe maak je zelf een krokant hard koekje? Dan heb je altijd meel nodig, van tarwe, rijst, peulvruchten of iets van die aard. Uiteraard kan je dus geen hondenbrok maken zonder zetmeel, een probleem dat blikvoeding en diepvriesvoeding niet hebben.

Ik vermoed dat ook dat bovenstaande reden de trend heeft gezet naar graanvrije voeding. Granen zijn een van de hardste vezels die door honden zelfs amper kunnen worden omgezet naar glucose. Producenten hebben hier even aan moeten werken, en nu zien we meer voeding met maïs, rijst, aardappelen en peulvruchten. Deze vezels zijn beter verteerbaar dan granen, maar nog steeds koolhydraten!

Geplaatst op Geef een reactie

Welke vitaminen heeft je hond nodig?

Net als voor mensen is het voor je hond belangrijk om genoeg vitaminen binnen te krijgen. Hierdoor kan het lichaam van je hond goed groeien en herstellen. De meeste merken hondenvoeding zijn compleet en bevatten de juiste hoeveelheden vitaminen.

Onder sommige omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer je hond ziek is geweest) kan het nodig zijn om bepaalde vitaminen extra te geven. Het is wel erg belangrijk om op de juiste hoeveelheden te letten, want een teveel aan bepaalde vitaminen is bij honden al snel slecht voor de gezondheid.

Welke vitaminen heeft je hond nodig?

Vitaminen voor honden zijn onder te verdelen in twee verschillende groepen. Vitamine B en C zijn in water oplosbaar en vitamine K, A, D en E zijn in vet oplosbaar (een handig ezelsbruggetje om dit te onthouden is het woord ‘kade’).

Vitamine A

Vitamine A heeft een grote rol omtrent het herstel en groei van cellen. Ook bij de werking van de ogen van je hond is vitamine A heel belangrijk. Een tekort aan vitamine A kan een negatieve invloed hebben op de groei van het zenuwstelsel en de slijmvliezen kunnen worden aangetast. Een teveel aan vitamine A is ook niet bevorderlijk, want dit kan leiden tot kreupelheid en afwijkingen in het skelet van je hond.

Vitamine B

Vitamine B voor honden is onder te verdelen in acht verschillende soorten: B1, B2, B3, B5, B6, B8 of H, B11 en B12. Al deze vitaminen bij elkaar zijn betrokken bij veel verschillende aspecten in het lichaam van je hond. De belangrijkste functionaliteit van vitamine B is de energievoorziening bij je hond. Een tekort aan Vitamine B is dan ook te merken aan vermoeidheid en spierzwakte. Maar ook een verminderde eetlust, problemen met het zenuwstelsel, bloedarmoede, huidaandoeningen en haaruitval kunnen duiden op een tekort.

Vitamine C

In tegenstelling tot mensen kunnen honden zelf vitamine C aanmaken. Gemiddeld wordt er zelfs 36 mg per dag per kg lichaamsgewicht aangemaakt. Om deze reden is het in normale omstandigheden niet nodig om extra vitamine C aan je hond te geven. Maar wanneer je hond ziek is geweest of veel stress heeft ervaren is het systeem van de vitamine C aanmaak een beetje gedereguleerd. Hierdoor kan de vitamine C opraken, waardoor het wel nodig is om extra vitamine C aan je hond te geven. Net als bij mensen is vitamine C heel belangrijk voor de weerstand. Bij honden is een teveel aan vitamine C erg gevaarlijk. De urine is namelijk een filtraat van het bloed, wat een hoge concentratie vitamine C bevat. De urine gaat door alle lichaamsweefsels en deze kunnen beschadigen door de hoge concentratie vitamine C.

Vitamine D

Ondanks dat honden in tegenstelling tot mensen onder invloed van uv-straling zelf geen vitamine D kunnen aanmaken, is een tekort haast onmogelijk. In goede hondenvoeding is de juiste hoeveelheid vitamine D voor je hond aanwezig. Vitamine D bevordert de opname van calcium en fosfor, wat op zijn beurt weer zorgt voor sterke botten en tanden bij je hond. Het is daarom zeker niet aan te raden om puppy’s extra vitamine D te geven. Dit zou kunnen leiden tot ernstige skeletafwijkingen.

Vitamine E

Vitamine E is een natuurlijke antioxidant en beschermt belangrijke stoffen in het lichaam van je hond. Ook speelt vitamine E een grote rol bij de voorplanting van honden. In combinatie met selenium zorgt vitamine E voor de opbouw en instandhouding van het spiervolume en de afvoer van verbrandingsstoffen in de spieren. Daarom is vitamine E onmisbaar voor sport- en werkhonden.Wil je meer informatie over dit onderwerp?

Vitamine K

Vitamine K zorgt onder andere voor het goed functioneren van enzymen. Enzymen zijn betrokken bij heel veel verschillende processen, waardoor vitamine K erg belangrijk is voor de gehele gezondheid van je hond. Ook speelt vitamine K een erg belangrijke rol bij het bloedstollingsproces. Wanneer je hond vergiftigd is door bestrijdingsmiddelen tegen ratten en muizen, kan de dierenarts je hond bijvoorbeeld redden door het toedienen van vitaminen K.

Geplaatst op Geef een reactie

Hoe stap je over van brokken naar verse voeding bij je hond?

Wil je de overstap maken met je hond naar verse voeding? Maar weet je nog niet hoe je moet beginnen? Waar moet je op letten, welke problemen kunnen ontstaan en hoe krijg je je hond zo ver om verse voeding te eten?

Reactie van het lichaam

Om te beginnen is het goed om je te realiseren dat honden van nature vleeseters zijn. Maar als ze altijd brokken hebben gegeten, hebben ze zwakke(re) darmen. Brokken zijn heel ander voedsel dan verse voeding. Vers verteert anders, bevat goede bacteriën, enzymen etc. en daar moet het lichaam van je hond aan wennen. Het is dus ook niet vreemd als je hond in het begin wat diarree gaat of slechte ontlasting krijgt. Dit geldt niet voor alle honden, maar is wel iets om rekening mee te houden.

Als je een oudere hond hebt met gevoelige darmen, kun je beter wat rustiger overschakelen van brokken naar verse voeding. Verderop in dit artikel vind je hier meer informatie over.

Individuele benadering

Elke hond is anders en elk individu reageert dus anders op voerveranderingen. Niet alleen het individu is een factor waar rekening mee gehouden moet worden, maar ook de leeftijd en conditie van de hond, hoe lang zit je hond op brokken, welke brokken krijgt hij te eten, zijn er medische problemen etc. Sommige honden kunnen van de ene op andere dag op verse voeding gezet worden. Andere honden hebben daar meer moeite mee en daarbij moet rustiger aan gedaan worden. Sommige honden moeten ook wennen aan de smaak en textuur. Ze zijn de verse voeding niet gewend en kunnen daardoor soms wat onwennig reageren. Bij honden zie je dat niet zo vaak, maar katten en fretten die voornamelijk brok te eten hebben gehad, kunnen echt even van slag zijn. Dan kan als optie eerst omgeschakeld worden naar natvoer (blikvoeding) en van daaruit verder opbouwen naar verse voeding. Er zullen ook honden zijn, met name bij de katten en fretten, die niet kunnen wennen aan verse voeding en die het uiteindelijk nooit zullen eten.

Ontgiftingsverschijnselen

Bij het overschakelen naar verse voeding, kunnen ontgiftingsverschijnselen ontstaan. Als een hond langere tijd voedsel van lagere kwaliteit gehad heeft, kan dit leiden tot het opstapelen van afvalstoffen in de bindweefsels. Ook kan de leverfunctionaliteit hierdoor veranderen. Bij de overstap naar rauwe voeding komen de afvalstoffen vrij en wordt de leverfunctie verbeterd. Hierbij zie je soms tijdelijk dunnere ontlasting, een (mond)geur of meer haarverlies. Deze verschijnselen vinden niet allemaal of in dezelfde mate plaats. Dit verschilt ook weer per hond.

Tips bij het overschakelen naar verse voeding

  • Beginnen met KVV (Compleet Vers Voer) is het makkelijkst. Dat lijkt het meest op het vertrouwde blikvoer dat veel dieren al krijgen. KVV is een gemalen, verse voeding en te verkrijgen in veel smaken en diverse merken.
  • Probeer eerst uit hoe je hond reageert op verse voeding. Eet hij het direct en vinden er geen ontgiftingsverschijnselen plaats? Dan kun je in één keer overschakelen. Bij honden met een gevoelige maag kun je het wel beter rustig aandoen.
  • Doe kokend water over de verse voeding. Hierdoor haal je het ergste rauwe eraf en komt de geur goed vrij. Dit kan helpen bij de acceptatie van verse voeding. Ook helpt het de vertering te vergemakkelijken.
  • Meng de verse voeding met het voer wat al gegeven wordt. Roer er eerst heel weinig doorheen en iedere dag wat meer. Elke dag ook een beetje minder van het oude voer, tot je hond volledig vers eet. Meng de verse voeding bij voorkeur door het blikvoer en niet door de brokken.  Dan is het verschil minder groot en het mengt makkelijker.
  • Geef de voeding op kamertemperatuur. Dat is lekkerder en zullen ze makkelijker accepteren.
  • Denk bij het overstappen goed na over de hoeveelheden. Bij KVV vind je de voerinstructies op de verpakking. Maar voer ook met je ogen: kijk hoe je hond reageert op zijn nieuwe voedsel. Als je hond te dik wordt, voer je minder. Valt je hond af? Dan voer je meer. Hou ook rekening met jaargetijden, hormonale schommelingen en dagbesteding. Ga je actief aan de slag met je hond? Dan heeft hij meer voeding nodig. Fretten en katten hebben in het voorjaar en zomer ook minder voedsel nodig dan in de winter.  Dus als ze niet alles willen opeten, betekent dat niet altijd dat er iets mis is met de voeding, maar met de hoeveelheid die geboden wordt.

Ondersteunen van het omschakelen

Je kan het omschakelingsproces ondersteunen door probiotica toe te dienen. Dit zijn goede bacteriën die de darmflora versterken. Doe de probiotica niet direct bij het voer als je er net gekookt water overheen gedaan hebt, want dan doodt het gelijk deze goede bacteriën.

Na de overstap

Wanneer je overstapt op verse voeding, ga dan niet te snel aan de slag met het samenstellen van maaltijden. Dus niet direct groentepuree, kippennekken of andere extraatjes. Laat je hond eerst wennen aan de verse voeding in de vorm van KVV en wissel nog niet teveel af. Dan kan het lichaam van je hond eraan wennen. Als het zover is, kun je wel aan de slag met het samenstellen van menu’s en verschillende soorten vlees of vis uitproberen. Maar bouw het wel rustig op. Belangrijke pijlers om  te bepalen of het goed gaat, is de ontlasting, wel/niet winderigheid, rommelen van de maag en al dan niet overgeven.

Tips voor honden met een gevoelige spijsvertering

Bij honden met een gevoelig spijsverteringssysteem kun je het beter langzaam aanpakken. Bijvoorbeeld zo: 

  • Dag 1 en 2: je geeft eerst driekwart brokken/blikvoer en één kwart verse voeding. Het verse vlees overgiet je met gekookt water. 
  • Dag 3 en 4: na twee dagen voer je de helft brokken/blikvoer en de helft verse voeding. Je overgiet nu ook weer het verse voer met gekookt water. 
  • Dag 5 en 6: na twee dagen geef je één kwart brokken/blikvoer en driekwart verse voeding, ook nu weer overgoten met gekookt water.
  • Dag 7: vanaf nu kun je alleen vers voeren en bouw je langzaam het gekookte water af. Elke dag geef je wat minder gekookt water erbij, totdat je echt verse voeding voert.
Geplaatst op Geef een reactie

Voeding

Waarom vers vlees?

Daarvoor moet we heel lang terug in de tijd naar de voorouders van de hond, namelijk de wolf. Het spijsverteringssysteem en het gebit van de hond komt voor maar liefst 99% overeen met dat van de wolf. De wolf is een carnivoor, of wel een vleeseter. Het darmstelstel van de hond is nog steeds dezelfde als die van de wolf vroeger, namelijk erg kort. De wolf eet niet alleen organen en vlees van zijn prooi maar ook zachte botten en zelfs de maaginhoud. Er zitten van nature heel veel bouwstoffen in vers vlees, namelijk: vetten, eiwitten, vitamines A, B1, B3, B6, B12 en Vitamine D. Ook de mineralen ijzer, zink, kalium, calcium, magnesium en mangaan zitten in vers vlees.

Vooral ook bij honden die problemen hebben met hun spijsvertering, aanhoudende diarree, doffe huid, hotspots, nierproblemen, …wordt na enkele weken KVV gevoerd te hebben een duidelijke verbetering vastgesteld. Let wel op, KVV is geen geneesmiddel maar wel de meest pure en natuurlijke voeding voor uw dier. Het draagt daarom bij tot het gezond maken en houden van uw huisdier.

Wanneer vlees verhitten worden er veel voedingsstoffen vernietigd zoals bv. eiwitten (analoog bij de productie van korrels). Deze veranderen van structuur en hierdoor zijn ze moeilijker verteerbaar. Het is algemeen geweten dat veel honden allergisch zijn voor verhitte eiwitten.( jeuk, oorontstekingen, vachtproblemen,…)

Algemeen voedingsadvies:

  • Meerdere diersoorten per week (idealiter 3 tot 5)
  • 5-10% groenten per maaltijd

Waarom meerdere diersoorten per week?

Als we het voedingspatroon van de hond herleiden naar dat van de wolf, zien we dat ze niet elke dag hetzelfde dier als prooi aten. Daarom is het van belang dat er afgewisseld wordt in diersoorten. Elk diersoort bevat namelijk andere aminozuren, voedingsstoffen en vetzuren. Zo bouwt uw hond nooit tekorten op en krijgt hij alle nodige voedingsstoffen binnen.

Waarom groenten?

Wilde honden jagen in de natuur op grote prooien. Daarvan eten zij ook de ingewanden op, dewelke vaak nog wat plantaardig materiaal bevatten. In groenten zitten veel bouwstoffen en vitaminen die een goede aanvulling zijn op het dagelijkse voedingspatroon van uw hond. Er zitten bovendien vitamines in die niet in vlees aanwezig zijn (zoals vitamine C, K1, E en foliumzuur). Daarnaast zijn de ruwe vezels in groenten bevorderlijk voor de darmflora van uw dier.

Hoeveelheid voeding per dag?

  • 2 tot 2,5% van zijn lichaamsgewicht per dag voor een volwassen hond.

Voor opgroeiende honden gelden volgende richtlijnen:

  • 2 tot 4 maanden: 5 – 7% van het lichaamsgewicht aan voeding per dag
  • 4 tot 7 maanden: 4% van het lichaamsgewicht aan voeding per dag
  • 7 tot 10 maanden: 3% van het lichaamsgewicht aan voeding per dag

Een puppy hoeft dus geen speciale puppyvoeding te krijgen, enkel meer van de gewone voeding.

Deze zijn de voorgeschreven richtlijnen per dag. Dat wil niet zeggen dat elke hond dezelfde behoefte heeft. Wanneer uw hond aankomt of afvalt dan kunt u daar zelf op inspelen door minder of meer te geven.

Kan ik vers vlees combineren met droogvoer?

Als je toch een combinatie wil maken in vers vlees en droogvoer, kies dan zeker voor een koudgeperste brok. Vers vlees en een koudgeperste brok hebben hetzelfde verteringsproces, wat beter is voor het maag-darmgestel. Waar een geëxtrudeerde brok gaat opzwellen in de maag, gaan een koudgeperste brokken en vers vlees uit elkaar vallen.

Kwaliteitsvolle voedingsproducenten

Hieronder vind je een overzicht van kwaliteitsvolle voedingsproducenten die verse, diepgevroren hondenvoeding en brokvoeding aanbieden.